In juni 1982 verscheen Gramschap 32/33. Een dubbelnummer met als bijlage de dubbelsingle Soep Vooraf, 'n Ratjetoe

Terwille van de leesbaarheid is een deel van de inhoud niet als scan, maar als tekst op deze pagina te vinden. De oorspronkelijke lay-out is daarbij zo goed mogelijk gehandhaafd. Sommige pagina's kun je vergroten en beter leesbaar maken door er op te klikken.


omslag


kop

Het enige juiste woord is ONBENUL.
Politiek onbenul, maatschappelijk onbenul, economisch onbenul, histories onbenul. Het is HET gemeenschappelijke kenmerk van al die politici, vakbondsvertegenwoordigers, kamerleden, weten­schapmensen en commentatoren die dag in dag uit je huiskamer binnenkwetteren, stellingen for­mulerend en theorieën opwerpend die zo loos zijn als de praatjes van een opperstalmeester in een circus. Al die activiteit, die het aan iedere diepgang ontbreekt, wortelt in een moeras van onbenul, van stompzinnigheid, lafheid en onkunde.
HET ONBENUL van de woordvoerders die, als er weer een nieuw groepje mensen door bezuinigingen wordt getroffen (verdeel en heers), op de TV verschijnen om hun betoog steevast te beginnen met: “Natuurlijk vinden wij ook dat er bezuinigd moet worden, maar...”
Natuurlijk? Hoezo? Is Nederland dan niet één van de rijkste landen ter wereld, de grootste investeerder in de USA? En op welke manier zouden bezuinigingen (die er trouwens alleen maar toe leiden dat nog meer mensen hun baan moeten verwisselen voor een uitkering) de economie eigenlijk moeten redden, een economie die instort onder zijn eigen gewicht. Niemand die dat vraagt. Voor de onbenullen die de slachtoffers ‘vertegenwoordigen’ is die instorting een soort NATUURVERSCHIJNSEL. Natuurlijk. Een overstroming. Niets aan te doen. En als de regering beweert dat er om het water tegen te houden, geen dijken gebouwd moeten worden maar kuilen gegraven, dan knikken ze instemmend en gaan onbenullig aan het discussiëren over de juiste diepte van die kuilen en waar ze het beste gegraven kunnen worden.



HET ONBENUL van kamerleden, waarvan er niet één meer de moeite neemt om de kladpapiertjes met iedere dag veranderende cijfers waarop de regering zogenaamd haar beleid baseert, in te kijken, laat staan na te rekenen. Niet één is er bij die zijn WERK doet: het controleren van de regering en de meesten zijn zelfs te onbenullig om in te zien dat hun dure baantje een sinecure is geworden, een decoratieve functie zonder enig praktisch nut.
HET ONBENUL van mensen die de vrijheid willen bevorderen door dingen te verbieden. Die een anti-discriminatiewet toejuichen omdat ze te onbenullig zijn om in te zien dat we een GRONDWET hebben die iedereen gelijke rechten geeft en dat, als dat niet werkt, een extra wet het er zeker niet beter op zal maken.
HET ONBENUL van feministen die niet willen zien hoe hun standpunten misbruikt worden als alibi’s voor machthebbers om onder het mom van ‘emancipatie’ inkomens te verlagen en boeken ,films, etc. die hen onwelgevallig zijn te verbieden.
HET ONBENUL van wetenschappers die staan te dringen om passende reactionaire theorietjes te leveren op grond waarvan regeerders hun politiek van ‘nemen van de armen en geven aan de rijken’ kunnen verdedigen. ‘Wetenschappers’ als Trudy van Asperen bijvoorbeeld, pas HOOGLERAAR geworden en hartelijk toegejuicht door haar collega’s als ze stellingen verkondigt als:
“Er is veel te luchthartig over werken gepraat. Iets moet eerst geproduceerd worden voor je het kan uitgeven. Dat besef heeft ontbroken, vandaar de crisis waarmee we nu zitten.” Applaus.



Terwijl zelfs een kind kan zien dat de huidige crisis niet veroorzaakt wordt door een GEBREK aan productie, maar door OVERproductie, terwijl zelfs de grootste onbenul toch wel weet dat economisch gezien de factor ARBEID al lang niet meer van belang is, dat door de automatisering alles nu draait om de factor INVESTERING, dat HET GEREEDSCHAP de plaats van DE ARBEIDER heeft overgenomen en dat dat het einde van het kapitalistische stelsel inluidt. Maar nee, deze ‘wetenschappers’ verkopen urendurende, pagina’s vullende LULKOEK en worden beloond met vette banen zodat ze voortaan des te onbezorgder kunnen uitleggen waarom andere mensen harder moeten werken en minder moeten verdienen.

We zinken met ons allen weg in een moeras van onbenul. Dat is pas een crisis. Moerassen neigen trouwens tot stinken, en inderdaad: hier en daar begint er een gore walm op te stijgen. Neem nou zo’n TAMAR in Vrij Nederland. Ooit omhooggeklommen via stukjes over provo’s en andere kinderen van de straat en nu iedere week kolommen vol burgerlijke frustraties uitstortend. Een soort vrouwelijke Henri Knap: altijd op de bres tegen hondendrollen en vóór onbekladde muren, tegen demonstranten en voor kernbewapening. In VN van 29 mei laat ze zien waar al dat onbenul toe leidt als ze schrijft: “Een ik in mij wou dat we ons hele reilen en zeilen maar in handen legden van verstandige mensen zoals Kissinger, maar een ander ik draagt het eerste op van de democratie te houden..” KISSINGER. Een notoire leugenaar, een stiekeme massamoordenaar, die zich nog nooit met iets anders heeft beziggehouden dan met het vergroten van zijn eigen macht, een ziekelijke ijdeltuit die niet terugdeinsde



voor het in het geheim platbombarderen van Cambodja, voor het voorstellen van kernwapengebruik tegen Vietnam, voor het afluisteren en chanteren van medewerkers, congresleden en journalisten of voor het in de kont kruipen van een getikte gangster als Nixon. Aan zo’n LEIDER wil TAMAR graag ons lot toevertrouwen. De typische wens van de kleinburger, die de frustraties van haar machteloosheid niet omzet in WOEDE maar ze projecteert op een LEIDER die dan namens haar MACHT moet uitoefenen, natuurlijk absolute en onbeperkte macht. En altijd gaat hun voorkeur uit naar het louche type van de grootheidswaanzinnige, het type Hitler, het type van Agt, het type Kissinger, een type dat zich kenmerkt door zijn totale minachting voor mensen. Het zijn dat soort kleinburgerlijke frustraties die het fascisme binnenhalen. Let op hoe Tamar’s “andere ik” (haar voorzichtige, rationele ik) het eerste “opdraagt om van de democratie te houden”: emotioneel is ze al een fasciste, rationeel blijft ze nog even de burgertrut die zich ver wil houden van alles wat onzeker is, maar reken maar dat ze Kissinger (en elke andere potentiële potentaat) onmiddellijk zou steunen als-ie eenmaal de macht zou hebben. Je kan nou eenmaal niemand (ook je eigen ik niet) OPDRAGEN van iets te houden, een dergelijk bevel houdt niet lang stand tegenover de etterbuil van frustraties waaruit dit soort fascistische emoties ontstaan.

Het is het ONBENUL van de burgerlijke lafheid, van de zelfvoldane nitwits, dat ons klaarstoomt voor een nieuw soort fascisme; de laatste stuiptrekkingen van een ten dode opgeschreven stelsel.




pag8

pag9


pag10

8

poster

11

12

13

14 15

16

17

18

Naar Gramschap 32


Home