Protestsongs

Columns uit PLATENBLAD

 

8

Die Dreigroschenoper

Nico van Apeldoorn


Toen ik een jaar of negen was kregen we van een aangetrouwde oom een platenspeler. Niet zo'n mooie als ze bij mijn buurjongen thuis hadden, maar een oude houten kast met een element met stalen naald, eigenlijk alleen geschikt voor 78-toeren platen, al kon je hem ook op 33 toeren zetten. We hadden trouwens ook alleen maar 78-toeren platen. Platen uit de jaren '30, die op een of andere manier de oorlog overleefd hadden. Klassieke muziek maar ook revolutionaire liederen van Ernst Bush.
Die oude grammofoon leverde een nogal krakerig geluid en heel veel werd hij niet gebruikt. Maar een paar jaar later kregen we van een reislustige kameraad een 33 rpm lp die hij uit de Oost-Duitse DDR meegenomen had (waar boeken en platen belachelijk goedkoop waren, in tegenstelling tot exotische zaken als bananen en sinaasappels of andere groenten dan kool, die waren niet te betalen, als ze er al waren). Het was een uitvoering van alle songs uit de Dreigroschenoper van Bertolt Brecht en Kurt Weill. Ongeveer tegelijkertijd kreeg ik voor mijn verjaardag het grootste cadeau dat ik ooit gehad had: een eigen pick-up. In een koffer. Niet de massaal in de huiskamers en tienerkamers opduikende Philips AG9148, die was met 148 gulden te duur, maar een zeer degelijke Novak, gekocht in de Kinkerstraat in een kleine onafhankelijke zaak, een van de weinige winkels die zaken deden met Oost-Europese landen. De speaker zat in een losse deksel en klonk absoluut een stuk beter dan de ingebouwde speaker in de Philips.
Op die pick-up, met een naalddruk van ik schat zo'n 5 gram, draaide ik – naast mijn Elvis-singles en ep's – de Dreigroschen-lp weken achter elkaar. En probeerde ik met mijn gebrekkige Duits uit de eerste klas lyceum en met behulp van woordenboeken de teksten te vertalen. Het hielp dat in 1960 een Nederlandse versie van de Driestuiversopera werd uitgezonden op de TV, met nota bene Joop Doderer – Swiebertje – in de hoofdrol, maar beter dan niets. We gingen kijken bij een vriendin van mijn moeder die verderop woonde en TV had.
Ik was enorm onder de indruk van de songs. Van de prachtige muziek van Kurt Weill, maar natuurlijk vooral van de teksten.
Zoals die van Zeerover Jenny over het meisje dat de bedden en de afwas doet in een hotel en dat door iedereen zo slecht behandeld wordt dat ze er van droomt dat op een dag een schip zal komen met piraten om haar op te halen en dat die de stad plat zullen schieten en iedereen gevangen nemen en dat ze dan aan haar zullen vragen wat er met al die mensen uit de stad moet gebeuren en dat ze dan zou zeggen: "Dood ze allemaal!" En als dan hun kop valt roept ze “Hopla".
Maar ook van alle andere nummers, met mooie waarheden als: "De mens is echt niet goed. Dus mep 'm op z'n hoed. Heb je 'm op z'n hoed gemept, dan wordt-ie misschien goed." Of het liefdesduet dat vertelt dat je geen trouwakte nodig hebt en dat de obscure herkomst van je trouwjurk er niet toe doet. En zeker het indrukwekkende Salomons-lied over historische helden wiens wijsheid, moed, kracht of vernuft hen uiteindelijk niets opleveren dan ellende. En natuurlijk de Eerste Dreigroschenfinale:

Het recht van de mens is op deze aarde,

Omdat hij maar kort leeft, gelukkig te zijn.
Te eten krijgen van de werelds waarde,
Gespaard te worden voor verdriet en pijn.
Dat is het eerste mensenrecht op aarde.
Helaas kom je het echter nooit eens tegen
Dat recht gegeven wordt, en niet alleen verdriet
Wie had er niet het liefst zijn recht gekregen?
Maar de verhoudingen, die zijn zo niet!
Prachtig. Maar mijn lievelingsnummer was toch de Tweede Dreigroschefinale:
Jullie heren die ons zegt om braaf te leven
Om zonde en om misdaad te weerstaan
Eerst moet je ons eens iets te vreten geven
Dan kun je preken, daarmee vangt het aan.
Jullie, die je vetbuik en onze braafheid eert
Knoop een ding in je oren allemaal
Hoe je 't ook draait of wendt of hoe je het ook keert
Eerst komt het vreten dan komt de moraal.
Eerst moeten zij, die nu nog armoe lijden
Van 't grote brood zich 'n stuk af kunnen snijden.
Want waarvan leeft de mens dat hij omstandig
De mensen pijnigt, uitbuit, opvreet, uitkleedt en kist?
Slechts daarvan leeft de mens dat hij zo handig
Vergeten kan dat-ie een mens toch is.
Ach heren, kijk toch goed 's om je heen:
De mens leeft slechts van misdaden alleen.

Dat was Bertolt Brecht ten voeten uit: Protest in de vorm van cynische realiteitszin.
Die vroege liefde voor de Dreigroschenoper leidde er toe dat ik uiteindelijk ongeveer alles van Brecht heb gelezen. En dat ik van de Dreigroschenoper een stuk of zes uitvoeringen op cd en plaat heb.
Waarvan raar genoeg misschien wel de beste is: een in jute verpakte 3-lp-box uit 1968 van – hoe is het mogelijk – James Last, die heel dicht bij de simpele cabaretachtige uitvoeringen van de allereerste versie uit 1928 blijft.
Vanaf 1980 zijn er vooral uitvoeringen vastgelegd waarin men probeert de muziek van Kurt Weill zo 'correct' mogelijk van het blad te spelen, wat meestal inhoudt dat de zang wordt verzorgd door opera/operette-achtige vocalisten, waardoor alle betekenis en kracht van de nummers om zeep wordt geholpen.
Een schande, vooral als je weet dat Weill de maatschappelijke betekenis van zijn muziek het allerbelangrijkste vond.

LP DDR: Die Dreigroscheoper (schallplattenfassung) - Opera S1909
LP: James Last – Die Drei Groschen Oper - Polydor 109 531/33
Audio: alle songs: Die Dreigroschenoper 1958
Audio: deel van de songs in oeruitvoering (1929): Die Dreigroschenoper original
Video: complete opvoering (2004) : St Pauli Theater Hamburg 2004
Duitse Filmversie (1931) met Engelse ondertitels: Die Dreigroschen film
Complete tekst (in Duits en Italiaans):Tekst Dreigroschenoper
Tekst en muziek van de songs in losse pdf's: Scores Die Dreigroschenoper

 

 

 

Klik hier voor een pdf-versie

 


Terug naar protestsongs



Gramschap

Pamflettenreeks